HET EERSTE HOOFDSTUK
25 gulden startkapitaal en de sieraden van zijn vrouw om te gebruiken als etalagemateriaal: meer dan dat had de 25-jarige Geraldus Brunott niet nodig. De grondlegger van ons familiebedrijf vestigde destijds zijn juweliers- en klokkenwinkel op nummer 37 van de Binnenweg; een pand in de oudste winkelstraat van de stad. In een mum van tijd wist hij alle Rotterdammers met smaak en oog voor kwaliteit te verleiden met ‘groote keuze, soliditeit en goedkoope prijzen’. Brunott bouwde een hechte klantenkring op, en ondanks dat het in de familie zelf niet altijd rozengeur en maneschijn was, behoorde zijn winkel al snel tot de meest geliefde zaken van de stad. Uitbreiding was daarop een logisch gevolg.
FEEST OP DE BINNENWEG
‘Wegens den voortdurend toenemenden omzet onzer artikelen, waren wij genoodzaakt pand No.35 er bij te betrekken. Wij hopen hiermee aan de eischen van onze grooten kring cliëntele zowel in als buiten de stad te hebben voldaan, daar wij thans in staat zijn onze Begunstigers op een aangename en gemakkelijke wijze een overweldigende keuze van onze diverse artikelen te kunnen voorleggen tegen de vanouds bekende lage prijzen en solide afwerking.’
Geraldus stak het succes van zijn ‘magazijn in goud, zilver, diamant, horloges, klokken en pendules’ niet onder stoelen of banken. Hij zag zijn kans schoon het naastliggende pand bij zijn winkel te betrekken en kondigde de heropening met trots aan in het Rotterdamsch Nieuwsblad. 17 november 1922, vanaf een uur of zeven ‘s avonds, werd de uitbreiding groots gevierd.